In het heuvelachtige bos bij de Oosterwijkse vennen
was de lente in volle gang. De bomen stonden in bloei, de bloemen
kleurden de velden en de lucht was gevuld met het vrolijke gezang
van vogels. Het was de maand mei,
De tijd waarin alle vogels hun nesten bouwden en hun eieren legden.
In een eikenboom op de laagste tak in een nest zat een merelmoeder
trots op haar eieren. "In mei leggen alle vogels een ei," zong ze
vrolijk tegen haar buurvrouw, de roodborst. "Het is de perfecte tijd
van het jaar." De roodborst knikte instemmend. "Ja, het is een drukke
tijd, maar ook een mooie tijd. Onze jongen zullen snel uitkomen en
de wereld ontdekken."
Maar niet ver van het nest van de merel en de roodborst,
in een schaduwrijk deel van het bos, zat een koekoek op een tak. De
koekoek keek naar de bedrijvigheid om zich heen en glimlachte sluw.
"In mei leggen alle vogels een ei, behalve ik," dacht de koekoek.
"Ik heb een andere strategie."
De koekoek stond bekend om haar gewoonte om haar eieren in de nesten
van andere vogels te leggen. Ze wachtte geduldig tot de andere vogels
hun eieren hadden gelegd en vloog dan stilletjes naar hun nesten om
haar eigen ei erbij te leggen wanner ze niet in de buurt waren. Zo
hoefde ze zich geen zorgen te maken over het uitbroeden en grootbrengen
van haar jongen.
Ondertussen, bij de rand van de vennen, zat een griet op een gIn het
heuvelachtige bos bij de Oosterwijkse vennen was de lente in volle
gang. De bomen stonden in bloei, de bloemen kleurden de velden en
de lucht was gevuld met het vrolijke gezang van vogels. Het was de
maand mei,
De tijd waarin alle vogels hun nesten bouwden en hun eieren legden.
In een eikenboom op de laagste tak in een nest zat een merelmoeder
trots op haar eieren. "In mei leggen alle vogels een ei," zong ze
vrolijk tegen haar buurvrouw, de roodborst. "Het is de perfecte tijd
van het jaar." De roodborst knikte instemmend. "Ja, het is een drukke
tijd, maar ook een mooie tijd. Onze jongen zullen snel uitkomen en
de wereld ontdekken."
Maar niet ver van het nest van de merel en de roodborst,
in een schaduwrijk deel van het bos, zat een koekoek op een tak. De
koekoek keek naar de bedrijvigheid om zich heen en glimlachte sluw.
"In mei leggen alle vogels een ei, behalve ik," dacht de koekoek.
"Ik heb een andere strategie."
De koekoek stond bekend om haar gewoonte om haar eieren in de nesten
van andere vogels te leggen. Ze wachtte geduldig tot de andere vogels
hun eieren hadden gelegd en vloog dan stilletjes naar hun nesten om
haar eigen ei erbij te leggen wanner ze niet in de buurt waren. Zo
hoefde ze zich geen zorgen te maken over het uitbroeden en grootbrengen
van haar jongen.
Ondertussen, bij de rand van de vennen, zat een griet op een grote
steen. De griet was een mysterieuze vogel die bekend stond om haar
geheimzinnige gedrag. Ze legde haar eieren pas later in het seizoen,
wanneer de meeste andere vogels al druk bezig waren met hun jongen.
"In mei leggen alle vogels een ei, behalve ik," dacht de griet. "Ik
wacht tot de tijd rijp is."
De dagen gingen voorbij en de eieren van de merel en de roodborst
begonnen uit te komen. Kleine, hongerige snaveltjes staken uit de
schalen en de ouders werkten hard om hun jongen te voeden. De koekoekseieren
kwamen ook uit, en de jonge koekoeken groeiden sneller en werkte enkele
van de andere jonge vogels het nest uit.
De griet bleef geduldig wachten. Ze wist dat haar jongen een betere
kans zouden hebben als ze later in het seizoen uitkwamen, wanneer
er meer voedsel beschikbaar was en de drukte van de lente voorbij
was.
En zo leerde mensen in het bos bij de Oosterwijkse vennen in Noord-Braband
een belangrijke les: hoewel de meeste vogels in mei hun eieren legden,
hadden de Koekoek en de Griet hun eigen unieke manieren om voor hun
jongen te zorgen.
Het gezegde "In mei leggen alle vogels een ei, behalve de koekoek
en de griet, die leggen in de meimaand niet" herinnerde iedereen eraan
dat er meer dan alleen een brave manier is om succesvol te zijn in
de natuur.
rote steen. De griet was een mysterieuze vogel
die bekend stond om haar geheimzinnige gedrag. Ze legde haar eieren
pas later in het seizoen, wanneer de meeste andere vogels al druk
bezig waren met hun jongen. "In mei leggen alle vogels een ei, behalve
ik," dacht de griet. "Ik wacht tot de tijd rijp is."
De dagen gingen voorbij en de eieren van de merel en de roodborst
begonnen uit te komen. Kleine, hongerige snaveltjes staken uit de
schalen en de ouders werkten hard om hun jongen te voeden. De koekoekseieren
kwamen ook uit, en de jonge koekoeken groeiden sneller en werkte enkele
van de andere jonge vogels het nest uit.
De griet bleef geduldig wachten. Ze wist dat haar jongen een betere
kans zouden hebben als ze later in het seizoen uitkwamen, wanneer
er meer voedsel beschikbaar was en de drukte van de lente voorbij
was.
En zo leerde mensen in het bos bij de Oosterwijkse vennen in Noord-Braband
een belangrijke les: hoewel de meeste vogels in mei hun eieren legden,
hadden de Koekoek en de Griet hun eigen unieke manieren om voor hun
jongen te zorgen.
Het gezegde "In mei leggen alle vogels een ei, behalve de koekoek
en de griet, die leggen in de meimaand niet" herinnerde iedereen eraan
dat er meer dan alleen een brave manier is om succesvol te zijn in
de natuur.